Gisteren publiceerde SKO de jaarcijfers televisie als opmaat naar de complete rapportage op 21 januari a.s. Dat duurt nog even. Hebben we mooi even de tijd om naar de ontwikkeling van de kijktijd over langere periode te kijken. Hiervoor heb ik de totale kijktijd per dag genomen vanaf 2010 tot en met 2018. En dan exclusief uitgesteld kijken, alleen de dag van uitzending dus. De reden hiervoor is dat in dit (lineaire) deel van de kijktijd de meeste reclame-omzet wordt gedraaid. Conclusie: 2014 was het hoogtepunt in termen van kijktijd, daarna een scherpe daling, waarbij elke kwartaal zijn eigen ontwikkeling heeft en het effect van on-/even jaren verdwenen is. ‘Kijk’ maar:
De jaargemiddelden van de kijktijd heb ik berekend op basis van de weekoverzichten die SKO publiceert op haar website. Doelgroep 6+, tijdvak 2-26 uur. De jaargemiddelden zien er dan zo uit:
Gemiddelde kijktijd per dag 2010-2018 (6+, 2-26 uur, Uitzenddag)
Tot 2014 is er nog sprake van een toename, met steeds een hoger even jaar en een lager oneven jaar, maar na 2014 is een scherpe daling te zien, waarbij er geen verschil meer is tussen een even of oneven jaar. De lijn gaat ‘lineair’ naar beneden. In de periode 2014-2018 zijn er 29 kijkminuten per dag verdwenen. Dat is 15% van het totale volume.
Nemen we alleen de gemiddelden van het eerste kwartaal, dan ziet de lijn er vergelijkbaar uit, maar alleen de hobbels tussen de even en oneven jaren zijn verdwenen in de periode 2010-2014.
Gemiddelde kijktijd per dag 2010-2018 Q1 (6+, 2-26 uur, Uitzenddag)
Bij de cijfers van het tweede kwartaal zie je wel duidelijk een verschil tussen de even en oneven jaren. In dit kwartaal zijn de Olympische Winterspelen en veelal nog een deel van een EK of WK Voetbal.
Gemiddelde kijktijd per dag 2010-2018 Q2 (6+, 2-26 uur, Uitzenddag)
In het tweede kwartaal is de daling ten opzichte van 2014 het grootst. 20% van het volume is verdwenen. In termen van tijd is dat 37 minuten per dag.
Het derde kwartaal heeft doorgaans het laagste kijkvolume, maar daar zijn de verschillen tussen even en oneven jaren nog wel goed zichtbaar. Deels WK/EK Voetbal en Olympische Spelen zijn hier de veroorzakers van met een hoogtepunt in 2014.
Gemiddelde kijktijd per dag 2010-2018 Q3 (6+, 2-26 uur, Uitzenddag)
Het vierde kwartaal tenslotte is bijna even groot als het eerste kwartaal, maar heeft totaal geen last van even of oneven effecten. Tot 2014 is het kijkvolume zeer constant en schommelt het rond 200 minuten per dag. Na 2014 wordt de dalende lijn ingezet tot uiteindelijk 177 minuten in 2018. Net als in Q1 is de afname 13%.
Gemiddelde kijktijd per dag 2010-2018 Q4 (6+, 2-26 uur, Uitzenddag)
De daling van de kijktijd die sinds 2014 is ingezet is dus niet gelijkmatig verdeeld over het jaar. Gemiddeld is de afname 15% tussen 2014 en 2018, het tweede kwartaal zit daar met -20% sterk onder.
Bovenstaande analyse is voor TV-begrippen een hele grove analyse. Voor zenders, doelgroepen, tijdvakken, programma’s en vele andere variabelen zijn veel fijnere analyses te maken, maar ja, dan moet je wel toegang hebben tot alle kijkcijfers. En dat heb ik helaas niet . . .