Auke van den Hout (vicevoorzitter IAB Nederland en tech entrepreneur)
Hoe snel gaan robots ons werk daadwerkelijk overnemen en in welke wereld leven we dan? Hebben we zaken nog wel in de hand en wat kunnen we nú doen? Dat robots en slimme software veel van onze banen gaan overnemen, is voor niemand een verrassing meer. Wel is onduidelijk wanneer dat gaat gebeuren en hoe groot de impact van deze digitale revolutie zal zijn. Is mijn werk er straks nog? Dat is voor bijna alle werkers een legitieme vraag. Deze onzekerheid zorgt ervoor dat we nu al stil moeten staan bij het mogelijke effect hiervan op onze bedrijven en de arbeidsmarkt.
Werk op alle niveaus gaat veranderen
In de perceptie van velen wordt enkel handmatig of administratief werk overgenomen. Maar het blijkt veel ingrijpender te zijn. Werk gaat op alle niveaus veranderen. Volgens het McKinsey-rapport A future that works verdwijnt op den duur minstens 60% van de banen en zeker 30% van de activiteiten wordt geautomatiseerd. Het gaat niet alleen om handmatig werk, zoals dat van monteurs en chauffeurs; hun werk zal worden overgenomen door robots en zelfrijdende voertuigen. Ook het aantal administratieve en klantenservicebanen zal afnemen door zelflerende algoritmen. Wat velen zich nog niet realiseren is dat ook hooggekwalificeerde beroepen veranderen door artificiële intelligentie. Zelfs digital marketing blijft niet buiten schot. Wat overblijft zijn banen waarbij mensen echt samenwerken met machines, bijvoorbeeld werk waarbij het sociale en het creatieve aspect belangrijk zijn.
In 2025 kan jouw werk al overgenomen zijn
De afgelopen weken heeft FD-columnist Annet Aris op glasheldere wijze geschreven over de impact van digitalisering op werk en de sterk uiteenlopende inschattingen hierover. Diverse boeken en rapporten werden door haar uitgeplozen, waarna zij tot de conclusie kwam dat in het snelste scenario de technologische automatisering tussen 2025 en 2030 haar grootste ontwikkeling zal doormaken. De brede adoptie ligt echter tussen 2030 en 2050. Het blijft dus gissen, maar het kan zomaar veel sneller gaan. De Online Ad Spend Study 2016, die IAB Nederland deze maand publiceerde, laat bijvoorbeeld zien dat online advertising in 2017 al groter is dan dat van alle andere (traditionele) mediakanalen tezamen. Opletten geblazen dus.
Nieuwe vaardigheiden aanleren is een must
Of het nu een snelle of een langzame transitie wordt, één ding is zeker: iedereen zal de komende jaren fundamentele nieuwe vaardigheden moeten aanleren om mee te kunnen groeien. Dat geldt voor de postkamer tot aan de boardroom. En makkelijk zal dat waarschijnlijk niet gaan. Als de techniek het pas in 2050 overneemt, dan hebben we wat lucht. Bovendien is er ook nog zoiets als vergrijzing en dan blijft de factor arbeid schaars. In de tussentijd kunnen wij leren omgaan met de veranderingen en nieuwe vaardigheden aanleren. Daarnaast kunnen we dan ondernemerschap stimuleren, zodat er nieuwe banen worden gecreëerd. Maar wat als de digitale interventies op de arbeidsmarkt veel sneller gaan? Dan zullen omscholing en ondernemerschap niet voldoende zijn. Om sociale onrust te voorkomen, zullen we voor dat geval vangnetten moeten creëren voor de mensen die door de digitale automatisering het zwaarst getroffen worden. En dat dat het daarbij om veel geld gaat, zal niemand verbazen.
De vruchten van de digitale revolutie zijn oneerlijk verdeeld
Wie gaat dit betalen? Zij die alle data en algoritmen bezitten, hebben maximaal profijt terwijl de gewone werknemers nauwelijks profiteren. Daarnaast zullen door het overaanbod van arbeid de lonen dalen en ook dat is allesbehalve goed voor de koopkracht en dus de economische groei. Annet Aris is van mening dat financiering van het vangnet dus ten dele zal moeten komen van diegenen die de monopolievruchten van deze digitale economie zullen plukken. Dat zijn bijvoorbeeld de eigenaren van software en data. Maar dat zal niet zonder slag of stoot gaan.
Afwachten is geen optie
Hoe een en ander gerealiseerd gaat worden, is niet aan ons, zo lijkt het. De (internationale) politiek zal dit in goede banen moeten gaan leiden. Maar zoals dat wel vaker gebeurt met digitale ontwikkelingen, anticipeert de politiek niet in hetzelfde tempo als waarin de markt zich ontwikkelt. De politiek moet wakker worden geschud. En niet alleen Aris probeert dat, met behulp van haar columns, te bereiken. Afgelopen februari nog heeft een groep van twintig hoogleraren in een open brief aan de regering gepleit voor een duidelijke politieke visie om robotisering in goede banen te leiden. Maar jij en ik moeten daar niet op gaan zitten wachten. Op de eigen werkvloer kan ook al geanticipeerd worden.
Vloek of zegen
Ja, we hebben een politieke visie nodig om robotisering letterlijk in goede banen te leiden. Dat gaat helaas niet ‘automatisch’. Maar het hangt van onszelf af of robotisering een vloek of een zegen zal blijken. Wachten op de politiek is niet voldoende. Start daarom liefst vandaag nog met inventariseren wat de impact zal zijn op jouw functie, jouw bedrijfsvoering en jouw strategie. Een nuchtere analyse zal je de ogen openen en je aanzetten om dit jaar ten minste al te starten met een trainings- en educatieprogramma. Alleen degenen die in staat zijn te anticiperen, zullen ook meegroeien in deze digitale revolutie.