Vandaag publiceerde het Commissariaat voor de Media de 15e editie van de Mediamonitor. Dat is een jaarlijkse uitgave dat handelt over de pluriformiteit en beperking van concentratie binnen de media. En hoe mooi is het dan om te lezen dat in de eerste editie van deze monitor al werd gewaarschuwd voor de grote buitenlandse partijen. Ik citeer uit de eerste Mediamonitor (2001): “Op internationaal niveau ontstaan dominante partijen die veel elementen van de mediawaardeketen, zoals de productie en verspreiding van informatie en het beheer van rechten, binnen één bedrijf onderbrengen.” Het gevaar was destijds anders dan de dreiging van de tech-reuzen van vandaag, maar toch. De kopzorg van vandaag lezen we dan ook in de nieuwste editie en daar staat: “Want wie zijn informatie vooral betrekt van sites als Facebook, is vaak zonder het te weten samensteller van zijn eigen informatiedieet. Wat blijft er dan nog over van de onafhankelijke en pluriforme informatievoorziening, die we voor de publieke opinievorming zo belangrijk vinden?” Dat is inderdaad de vraag. Het medialandschap verandert in een moordend tempo en hoe bewaak je als commissariaat de waarden ‘pluriformiteit’ en ‘onafhankelijkheid’? Wie het weet, mag het zeggen.
De krachten in de mediawereld en nieuwsvoorziening komen steeds meer uit het buitenland. Dat is allang geen nieuws meer. Lokale partijen worden opgekocht door buitenlandse partijen, of de buitenlandse partijen spelen rechtstreeks een dominante rol. Hier en op andere lokale markten elders in de wereld. De dagbladen zijn feitelijk al volledig in handen van de Belgen, televisie is ook voor een groot deel buitenlands, radio valt in dat kader nog wel mee, maar de grootste ‘boosdoeners’ zitten bij online. Facebook en Google worden steeds meer in één adem genoemd als partijen die een groot deel van de advertentiebudgetten naar zich toetrekken omdat ze het de adverteerder zo goed naar de zin kunnen maken. Dat kun je die adverteerder ook niet kwalijk nemen. Die doet ook gewoon zijn werk.
Het controlegebied en slagkracht van het commissariaat wordt wel steeds kleiner op het moment dat er andere wetten gaan gelden in de mediawereld. Maar dat weerhoudt het CvdM niet om de controle te laten verslappen. De laatste editie zegt hierover: “De vraag is hoe, in dit veranderlijke medialandschap, overheid en toezichthouder kunnen waarborgen dat dit geconsumeerde aanbod pluriform en divers van aard blijft. Nauwkeurige monitoring van de bewegingen in de nieuwsmedia is, mede daarom, van blijvend belang.” Even verderop: “Volgens het Pew Center leest meer dan 60 procent van de volwassen bevolking van de VS nieuws via sociale media, waar algoritmes het aanbod bepalen op basis van het gebruik: de ‘newsfeed’ krijgt vorm doordat gebruikers pagina’s ‘liken’, delen, of meer tijd besteden aan het lezen van een bepaald artikel.” Daar zit ook meteen de pijn van het CvdM. De duiding zoals we die gewend zijn van krantenredacties ontbreekt. De nieuwsconsument is overgelaten aan de grillen van een geautomatiseerd systeem.
Het is een lastige kwestie. Aan de ene kant het doel om basale waarden te bewaken en te controleren en tegelijkertijd toezien hoe grootmachten jouw domein betreden als [vul maar in].
Nu al benieuwd naar de volgende editie van de Mediamonitor.